maandag 31 oktober 2011

Is het leven (wel zo) verrukkelluk?

“Nederland Leest” het boek van Remco Campert, 'Het leven is vurrukkelluk'. De bibliotheek van Heerenveen heeft in het kader van deze actie een schrijfwedstrijd georganiseerd. Het thema is hetzelfde als Campert's boektitel. Deze week kunnen de verhalen ingeleverd worden bij de jury.
Ik schrijf ook mee. Mijn verhaal is zo ongeveer af, ik slaap er nog een nachtje over. In mijn verhaal komt naar voren dat vurrukkulluk en niet-vurrukkulluk dicht bij elkaar liggen. Nog niet heel duidelijk, he? Dat komt vanzelf.
Vanzelfsprekend zal ik het verhaal ook publiceren. Maar alles op zijn tijd.

zondag 30 oktober 2011

Schrijvers

Het is de afgelopen week de week van de schrijvers.
Micheal Higgins, een Ierse dichter, is deze week tot president van zijn eiland gekozen. De definitieve uitslag kwam op de honderdste sterfdag van journalist, publicist en uitgever Joseph Pulitzer (waarnaar die beroemde prijs is vernoemd).
Gisteren verscheen ook 'De tijd zelf', een postuum verhaal van Harry Mulisch. Een onaf verhaal, dat wel. Voor sommige fans van de schrijver is dat nauwelijks een probleem – alles wat uit de pen van Mulisch kwam, is goud. Over Mulisch gesproken, vandaag (zondag) is de man één jaar dood. Waarvan akte.
Vandaag heeft Peter Buwalda de Selexys Debuutprijs gekregen. Er is een kansje dat hij morgen ook de AKO Literatuurprijs in ontvangst mag nemen. Voor wie in toeval geloofd. Voor Mulisch zou het geen probleem zijn, omdat het natuurlijk allemaal geen toeval is. Er moet een reden zijn dat Buwalda op deze dag die prijs heeft gekregen.
Schrijvers. Wat een mooi vak, eigenlijk.

zaterdag 29 oktober 2011

Doctor

Gisteren promoveerde mijn broer Thijs, na zeven jaar wetenschappelijk onderzoek. Hij mag zich nu doctor noemen. Toen zijn promotor professor Brouwer de woorden uitsprak, waarmee hij mijn broer de titel deed toekomen... uiteraard voelde ik me trots.
's Ochtends was in De Bazuin (de thuiskerk van mijn broer in Kampen) een symposium, waarin vanuit verschillende hoeken werd gekeken naar levensboeken. Die levensboeken vormen de basis van Thijs' promotie. De praktijk toonde al aan dat levensboeken een belangrijk effect hebben op ouderen – dankzij het onderzoek is dat effect wetenschappelijk onderbouwd, inclusief grafieken en cijfers.
Na de lunch was de daadwerkelijke promotie. In de Bovenkerk, waar was uitgeweken omdat de aula in de PThU te klein was voor het aantal aanwezigen. De zes opponenten stelden hun vraag naar aanleiding van 'Het verleden als uitdaging', het proefschrift van Thijs. Hoewel kritisch (“Waarom hebt u gekozen voor deze vorm, deze vraag? Is uw proefschrift niet erg christelijk en westers georiënteerd?”) sloeg Thijs zich er prima doorheen.
Doctor in de godgeleerdheid. Mijn broer Thijs is de eerste die het zover geschopt heeft. Ik heb hem tijdens het onderzoek een klein beetje mogen helpen. Niet dat mijn aandeel onmisbaar was – als ik het niet deed, was er wel iemand anders die mijn werk op zich nam. Maar toch, voor een heel klein beetje, een minimaal beetje, straalde de promotie ook op mij af.
Goed, een doctor in de familie. Trots, uiteraard. Maar dat zal wel mogen, in alle bescheidenheid.

vrijdag 28 oktober 2011

Trots

Terwijl vandaag mijn oudste broer promoveert, is het land in rep en roer. Het parlement is intens verdeeld over de zaak-Mauro, de kerk zit met Hendrikse in de maag, en de Arabische Lente duurt maar voort. En dat allemaal zorgt voor een hete herfst.
Tegelijk ben ik trots. Niet zozeer op Nederland, wel op mijn broer. Misschien is hij momenteel de enige die zich met echte zaken lijkt bezig te houden.

donderdag 27 oktober 2011

Theo, loog 'ie?

Momenteel lees ik deel twee van Klaas Hendrikse's dogmatiek 'God bestaat niet en Jezus is zijn zoon'. In dat boek betoogt de vrijzinnige PKN-dominee dat zowel het hele Oude als Nieuwe Testament gebaseerd is op mythologie. De verhalen uit de Bijbel hoeven niet gebeurd te zijn om wel waarde te hebben voor ons, anno 2011. Ze bieden wel hoop voor vandaag.
Tegelijk bereidt ik me voor, voor zover ik me erop moet voorbereiden, op de promotie van mijn broer Thijs. Morgen hoopt hij de doctorsgraad te halen in de theologie. Broer Thijs neemt de Bijbel wel voor waargebeurd aan.
Twee uitersten dus. En ik? Ik ga voor de theologie van mijn broer. Maar vind Hendrikse uit cultureel-religieus opzicht interessant.

woensdag 26 oktober 2011

Knopfler bij Dylan

Vorige week was ik bij het concert van Bob Dylan. In het voorprogramma stond Mark Knopfler, die wel goed was, maar nergens overtuigde. Alsof hij niet durfde te spelen, zoiets. Een paar avonden ervoor speelde Knopfler één lied mee bij de set van Dylan. Natuurlijk hoopte ik dat we in Rotterdam ook zo'n cadeautje mochten krijgen. Dat bleek niet het geval, Dylan is Sinterklaas niet.
Toch is het een beetje zuur, als je bedenkt dat Knopfler tijdens de tour steeds vaker bij Dylan op het podium verschijnt. Gisteravond zelfs bij de eerste vijf nummers, een-derde van het optreden. Knopfler heeft twee avonden eerder zelfs meegespeeld met 'Blind Willie McTell', het lied uit 1983 van Dylan-Knopfler.
Voel ik me dan toch benadeeld? Ik had het wel leuk gevonden als Knopfler ook in Rotterdam bij Dylan op het podium was gekomen. Maar dat is niet het geval geweest. Ik mis het niet, maar op sommige momenten vind ik het wel jammer.

dinsdag 25 oktober 2011

Algemene begraafplaats

Ik sta bij de Algemene Begraafplaats in Zwolle. Het is de halte bij Matthijs, waar net een BeerzeBestuursvergadering is geweest. Aan het begin van de avond ben ik aan de overkant uitgestapt, en 9292ov.nl geeft deze kant van de weg aan als vertrekpunt naar het station.
“Meneer, meneer!” hoor ik vanaf de overkant roepen. Ik zie een man die zijn hond uitlaat, en hij staat naar mij gericht. “Die bus rijdt al maanden niet!” Dat vind ik raar, en wil dat de meneer ook uitleggen.
De man loopt de straat over naar me toe, om het gesprek te vergemakkelijken. We praten erover dat de overkant van de bushalte wel werkt, en dat deze kant ook door 9292ov.nl wordt aangegeven. De meneer vertelt dat de bus hier niet langskomt, maar wel bij de halte om de hoek. Bij de stoplichten rechtsaf en dan nog vijftig meter.
Ik bedank de man en loop naar de genoemde bushalte. Het blijkt de Thomas á Kempis te zijn, de halte op de straat, die vernoemd is naar de bekende katholiek. Een paar minuten later komt daar de bus aan. Met dank aan die meneer heb ik niet op niets gewacht.

maandag 24 oktober 2011

Friese PVV

Het rommelt al een tijdje bij de Friese PVV-fractie. Lijsttrekker Max Aardema wilde geen fractievoorzitter worden, en Jelle Hiemstra werd de leider in de Staten. Vervolgens liet Hiemstra weten dat de PVV in Fryslân een andere koers vaart dan de landelijke 'partij'. Weer wat later werd Hiemstra mishandeld. En nu is de maat vol.
De Fries gaat verder als onafhankelijk Statenlid. Groep-Hiemstra dus. Hij is niet de eerste die de PVV verlaat. Eerder waren ook al provincialen die uit de eigen fractie stapten. Wat is dat toch, dat de PVV zo'n aantrekkingskracht heeft, maar later zijn eigen mensen afstoot?
Misschien komt het omdat de PVV relatief nieuw is en zijn standpunten op een gewone manier verwoordt. Bij al het politieke jargon is zoiets een hele verademing. Dat is die aantrekkingskracht. Maar het afstotende, misschien komt dat omdat de PVV te simpel de zaak voorstelt.
Ik denk dat dit in een notendop het probleem is. En tegelijk merk ik dat ikzelf ook simplistisch de zaak voorstel. Maar dat doe ik omdat ik direct reageer. Misschien dat het wat genuanceerder wordt als ik er langer over nadenk.

Writer's block

Elke schrijver krijgt er wel eens mee te maken: het beruchte writer's block. Dit is een afschuwelijk fenomeen bij schrijvers, omdat het een “tijdelijk onvermogen” is om te schrijven. Die verschrikkelijke witte pagina, daar moet je vanaf. Deels heeft dat te maken met inspiratie, maar lang niet altijd.
Tijdens mijn studie Journalistiek heb ik de minor 'Verhalen' gevolgd. Ik leerde daar onder meer dat schrijven schrijven bevorderd. En dat je altijd zou kunnen schrijven. En tot nu toe heb ik dat proefondervindelijk bewezen, bij mezelf in ieder geval.
Ga maar eens ergens zitten, en schrijf een willekeurige zin. En dan nog één. Je merkt dat je dan gaat schrijven. Het verhaal wordt naar mate het vordert, steeds beter. Een wonderlijk gebeuren.

zondag 23 oktober 2011

Dylan-boek

Mijn tweede boek is af. 'Gisteren is een herinnering' heet het en gaat over de afgelopen tien jaar waarin ik Bob Dylan heb leren kennen. Dat klinkt nog wat vaag, dat geef ik toe. Welnu, een kleine toelichting.
Tien jaar geleden, toen al-Qaida in het WTC vloog, verscheen Dylan's cd “Love & Theft”. Dat was mijn eerste zelfgekochte Dylan-cd. Een paar maanden later was ik bij Dylan's concert in Ahoy. Het was een ommekeer, sindsdien ben ik Dylan gaan volgen.

Toen Evert me aanspoorde een boek te schrijven over Dylan, was het vrij gauw duidelijk dat ik iets met die tien jaar wilde doen. En ook dat het iets persoonlijks moest zijn – biografieën waren er al in overvloed, overzichten eveneens. Ik besloot tot tien jaar herinneringen.
Daar is 'Gisteren is een herinnering' uit voortgekomen. Morgen, maandag, stuur ik het manuscript naar de uitgever. Dan volgt het hele proces van controle, opmaak, vormgeving, drukken, presentatie, en wat al niet meer.
Spannende weken dus.

Dromen van Johanna – opnieuw

Gisteravond ben ik opnieuw naar Dromen van Johanna geweest, de theatershow van Ernst Jansz waarin hij vertaalde Dylan-liedjes zingt. Het was mijn derde keer, ik heb de try-out in Amsterdam gezien, heb vorig seizoen de show in Olst gezien, maar gisteren zag ik Ernst Jansz in het Posthuis Theater in Heerenveen. Voor mij een thuiswedstrijd dus.
Ga je vergelijken? Uiteraard, dat is bijna niet te vermijden. Voor het Heerenveense optreden had Jansz behalve Guus Paat ook Richard Wallenburg mee. Er was een voorprogramma, verzorgd door Stichting Jokerman – een Friese club Dylan-fans. En Jansz gaf een toegift, wat ik niet eerder had verwacht.
Inhoudelijk was er nauwelijks iets anders. Jansz speelde alle liedjes van de cd en deed dat naar behoren. Zijn verhalen over de vertalingen en de achtergrondverhalen las hij bijna niet meer voor uit het boek, maar hij vertelde ze. Leuke toevoeging waren de foto's van het appartement, waar Dylan met Suze Rotolo gewoond heeft. Jansz heeft ze zelf genomen, toen hij een maand geleden in New York was.

Het is te makkelijk om ook gelijk een vergelijking te maken tussen het optreden van Jansz en Dylan. Want waar Dylan afgelopen donderdag kon putten uit een immens archief van liedjes, moest Jansz het doen met slechts twaalf vertalingen. Had Dylan een vijfkoppige band, Jansz werd begeleid door twee Indiérs.
Niet vergelijken dus. Wel heb ik twee avonden genoten. Van zowel de meester als de leerling.

zaterdag 22 oktober 2011

Renaldo and Clara

Het behoeft geen betoog dat ik deze dagen into Bob ben. Donderdagavond zag ik de meester optreden in Ahoy, vanavond zie ik Ernst Jansz de vertalingen brengen in Heerenveen. Bob Dylan is weer helemaal hot, hoewel niet iedereen daarvan is overtuigd. Sterker nog, soms staan er zelfs zulke grove fouten in de tekst, dat de recensent waarschijnlijk een tijdje onbetaald verlof krijgt.

Gisteravond heb ik Renaldo and Clara bekeken, een bootleg-dvd. Een vier uur durend filmverslag van Bob Dylan's Rolling Thunder Revue, het eerste gedeelte (die van 1975). De film verscheen pas in 1978, maar werd vrijwel gelijk uit de handel gehaald. Naar verluidt zou de film binnenkort officieel verschijnen.
Goed, Renaldo and Clara. Het is het regiedebuut van Dylan. Hij schreef de film zelf, en had ook voor zichzelf de hoofdrol weggelegd. Ook de filmmuziek nam hij voor zijn rekening. Niet heel opmerkelijk, aangezien de film vooral een verslag is van een tournee.
Vier uur lang Bob Dylan, misschien een trap na richting regisseur Sam Peckinpah. Die maakte in 1973 een film over Pat Garret and Billy the Kid, met onder meer Kris Kristofferson in de hoofdrol. Dylan mocht ook meespelen, als het karakter Alias (what's in a name?), en mocht ook de muziek schrijven. Dylan's rol werd in de definitieve versie beperkt tot een aantal minuten.
De film Renaldo and Clara is meer dan alleen een beeldverslag van de Rolling Thunder Revue. Het is ook een film met meerdere verhaallijnen. Al was het alleen maar om de acteurs tot hun recht te laten komen. Acteurs. Joan Baez speelt de Woman in White – Baez was in een eerder leven het vriendinnetje van Dylan, en is een zangeres met een hoge stem. Sara Dylan speelt Clara. Bob Dylan speelt Renaldo. Zanger en ex-voorman van The Hawks (later The Band) Ronnie Hawkins speelt Bob Dylan.
Heeft de film een boodschap? Die heb ik er niet uit kunnen halen. Dat kan natuurlijk aan mij liggen. Mocht er wel een boodschap in zitten, hoor ik het graag. Wat dat betreft is Masked & Anonymous wat duidelijk. Daarin gaat het over het leven, over de corruptie die in elk mens verborgen zit. Tjah.
Bob Dylan en films, het is een wonderlijke combinatie. Zijn films zijn nooit een doorslaand succes, om niet te zeggen dat zijn films vrijwel altijd floppen. Wat dat betreft heeft zijn oudste zoon Jesse een goed voorbeeld van hoe het niet moet.
Ik kan er nog veel over zeggen. Dat moet maar niet. Want Dylan en ik hebben eigenlijk iets gemeen. We hebben beiden veel met teksten (en muziek), maar minder met beeldende kunsten. Zodra we ons daar mee gaan bemoeien, horen we eigenlijk wat we wel weten: schoenmaker, blijf bij je leest.
Misschien is juist dat wel wat de gezonde spanning oproept, om iets te doen wat niet in je eigen straatje ligt.

vrijdag 21 oktober 2011

De dag des oordeels

Ik weet het, prijs de dag niet voor het avond is. Er kan nog van alles gebeuren. Maar ik betwijfel het of het vandaag nog gaat gebeuren. In mei kondigde Harold Camping aan dat de wereld zou vergaan. Definitief. In mei zou er al een eerste etappe zijn van het vergaan van de wereld.
Maar om nou het vertrek van Rita Verdonk uit de politiek als het einde van de wereld te bestempelen…

Dylan & Knopfler

Eindelijk, na het lange wachten was ik gisteravond dan bij de double-bill van Bob Dylan en Mark Knopfler. Voorafgaand uiteraard gekeken wat we konden verwachten. Mark Knopfler had een aantal mooie dingen gedaan. Mooie muziek gemaakt. De verwachtingen waren hoog gespannen. Wat betreft het Dylan-gedeelte, dat was altijd een verrassing.
Knopfler viel tegen, hoewel we ook pas tijdens het eerste nummer Ahoy binnenkwamen. We hadden al een achterstand, maar dat werd niet ingehaald. Het moet gezegd worden, Knopfler en zijn band deden het prima, ze hadden hun optreden goed voorbereid. Maar nergens spatte het concert, het was veel te gelikt.
Na de pauze startte Dylan. En wat voor een optreden! Stevige rock, afgewisseld met wat rustiger nummers. Dit concert kan niet tippen aan Dylan's concert in Ahoy 2002, maar was wel sterk. Meer dan eerst vond ik Dylan en zijn band rocken. Ze speelden de zaal plat – en sterker nog, ze bliezen Mark Knopfler weg. Tjah, dat is het nadeel van het zijn van een voorprogramma.
Bob Dylan anno 2011. Het staat als een huis.

donderdag 20 oktober 2011

Dylan in de lage landen (2)

Na ruim twee jaar wachten, treedt Bob Dylan vanavond weer in Nederland op. Zijn vorige concerten gaf hij in de Heineken Music Hall (2007, 2 avonden en 2009, 3 avonden), vanavond is de doos Ahoy in Rotterdam aan de beurt. Met Mark Knopfler in het voorprogramma.
Of Mark Knopfler nou wel of niet mee zou toeren, het maakt mij niet veel uit. Ik ga voor Dylan zelf. Ik vind Bob Dylan een bijzonder artiest. Bijna 25 jaar staat hij onafgebroken op de bühne met zijn Never Ending Tour. De helft van het jaar is hij on tour. Daarnaast vindt hij tijd om liedjes te schrijven, zijn memoires op papier te zetten, een film te maken, een radio-programma te presenteren.
Wat betreft zijn teksten, die staan vaster dan de muziek zelf. De arrangementen verschillen regelmatig. Het gaat dus meer om de tekst dan om het jasje. Als Hollandse jongen weet ik lang niet altijd waar die teksten over gaan. Maar ik denk aan Jean Pierre Wils, die de Dylan-teksten vergeleek met de muziek van Mozart: je weet precies waar het om gaat, zonder de tekst of muziek te begrijpen.
Dat is het. Ongeveer.

woensdag 19 oktober 2011

Volkskrant

Misschien is het een fout van de nabezorger van dagblad de Volkskrant. Het is in ieder geval erg opmerkelijk te noemen. Vanmorgen schreef ik een recensie over de cd-box 'Not Dark Yet'. Dat is een verzameling van vijf cd's van Bob Dylan uit de periode van 1980 – 2010. Vijf cd's maar, en daar verwonder ik mij over.
Prompt viel vanmiddag de Volkskrant van vandaag op de mat. Een nabezorging, blijkbaar had de krantenjongen vanmorgen een van de buren vergeten. Niet erg opvallend, de laatste twee weken missen wij 's ochtends ook nog wel een krant.

Net zo opvallend is dat de Volkskrant veel aandacht besteedt aan Vincent van Gogh. Volgens Amerikaanse onderzoekers is de negentiende-eeuwse schrijver vermoord. Een uit de hand gelopen pesterijtje met twee pubers. Of die theorie klopt, laat ik voor het gemak in het midden. Het is niet aan mij hierover te oordelen.
Vandaag werd ik door mijn Dylan-vriend Gemme gewezen op het lied 'Vincent van Gogh' van Bob Dylan. Of ik die kende, wilde Gemme weten. Ja, ik ken het lied. Een jaar of zes geleden werd ik er al op geattendeerd, en heb ik het nummer wel eens gehoord.
Het was in de tijd dat ik nog op de middelbare school zat en mijn havo-jaren op het Greijdanus sleet. Ik was toen ook al bezig met taal, want ik heb de tekst van het lied ergens op internet gevonden en via de mail bewaard. Meest opvallende was dat niet Dylan, maar ene Robert Friemark als tekstschrijver staat genoteerd.

I'd like to tell you a story
of a man that you might know.
His parents all called him Vincent,
his last name was Van Gogh.

He started drinking and painting
and living a life of sin.
He fell in with evil companions,
a man named Paul Gaugin.

They went to the city of Auvers,
pursuing their carnal delights.
They painted all during the afternoon
and they played music all night.

Now the people of that small city
thought he was a little bit queer,
to prove his love for mankind,
he chopped off his outside ear.

So they put him in an institution
but they could not keep him there.
He picked up his paints and his easel
and he went out to take some air.

He picked up his paints and his easel
and he went out to paint some crows.
They found him face down in a cornfield,
shot right between two rows.

Now where did Vincent van Gogh?

Uitgevoerd tijdens The Rolling Thunder Revue in 1975/'76. Nooit officieel uitgebracht, hier en daar wel als bootleg circulerende. Natuurlijk is het jammer, want 'Vincent van Gogh' past in Dylan's adoratie-lijstje (zoals Blind Willie McTell).
Misschien dat Van Gogh via schilder Norman Raeben van belang is geweest voor Dylan's eigen schilderijen. Dan is Dylan dus beïnvloed door een Nederlander. En is dat wel de reden dat Dylan met enige regelmaat in Nederland blijft optreden – als een soort vergoeding voor de invloed van Van Gogh.

Dylan in de lage landen

Vanavond treedt Bob Dylan op in het Sportpaleis in Antwerpen (België). Daarmee geeft hij de eerste van twee concerten in de Lage Landen – morgenavond staat de Amerikaan in Ahoy Rotterdam. Als Dylan in de buurt is, ga je toch altijd denken.
Allereerst of je naar het concert zult gaan. Dat is dan weer afhankelijk van een aantal factoren. Zoals de exacte locatie. Dylan kan natuurlijk met gemak Nederland overslaan en in Duitsland of België optreden. Ga je dan daar heen?
Of neem de zaal. Ahoy is een grote kille doos – wil je daar je idool in zien optreden? Of ga je liever naar de Heineken Music Hall? Vredenburg? De Martinihal?
De prijs is ook meebepalend. Ga je koste wat het kost naar een optreden? Is er een grens aan wat je aan concertgeld betaald? Waar ligt die grens dan?
Een andere overweging is het voorprogramma. Momenteel tourt Dylan met Mark Knopfler in een zogenaamde double-bill. Knopfler is voor de pauze, Dylan na de pauze. Van een echt voorprogramma is dus geen sprake. Desondanks, laat je je overtuigen door de aanwezigheid van Knopfler? Of stoot dat juist af?
Vanavond is Peerke bij Dylan in Antwerpen. Morgen ben ik in Rotterdam, waar ook Tom Willems zal zijn. Morgen zal ik onder woorden brengen waarom ik juist wel ga naar Dylan.

dinsdag 18 oktober 2011

Seasick Steve

Ooit gehoord van Seasick Steve? Ik niet, maar de voormalige zwerver is wel behoorlijk populair geworden. Mede dankzij de show van Jools Holland.
Seasick Steve speelt gitaar – een drie- of eensnarige gitaar, wel te verstaan. Geloof het of niet, er komt nog een stevig geluid uit ook.
Hij is momenteel een sensatie, maar ik vrees voor Seasick Steve hetzelfde vervolg als Paul Potts en Susan Boyle: nu een hype, maar later weggezakt in het collectieve geheugen.

Occupy

De Occupy Wall Street is jarig. De New Yorkse verzetsbeweging bestaat een maand. Drie maal daags protesteren de aanwezigen tegen de hebzucht van de bankiers. Een succesformule, want de afgelopen dagen is het principe overgenomen door andere Occupy's.
Op zich een sympathiek idee, om je stem te laten gelden tegen de oorzaken van de huidige crisis. Want inderdaad is de financiële en economische crisis vooral een morele crisis. En daar moet iets tegen gedaan worden.
Toch rijzen er een aantal vragen. Want die mensen die daar protesteren, hebben die niets anders te doen? Moeten die niet werken, hun kinderen verzorgen of zich op een andere manier inzetten voor de samenleving? Zouden de bankiers echt onder de indruk zijn van die protesterende mensen?
Ik denk het niet. Immers, wie betaalt, die bepaalt. Ik denk dat die mensen bij de beurzen hun tijd aan het verdoen zijn. We moeten toch meer op zoek naar een ander middel om het probleem op te lossen.
Als dat probleem ooit echt opgelost gaat worden.

maandag 17 oktober 2011

Hansie Kraay jr.

Hansie Kraay jr. zit regelmatig bij de tv-uitzendingen van Voetbal International. Dat is zijn groot recht, omdat hij als trainer en oud-voetballer best verstand heeft van voetbal. Vanwege zijn contract bij SBS, mag hij maar eens per maand aanschuiven bij Wilfred Genee en Johan Derksen aanschuiven.
Maar ondanks zijn expertise, lijkt Hansie alleen maar aanwezig te zijn om afgezeken te worden. Zowel Genee als Derksen nemen hem alleen maar te grazen. Altijd zijn er vervelende, snerende opmerkingen richting de kleine Kraay. Het gaat lang niet altijd over Kraay’s voetbalkennis, maar over randzaken (zoals de oude Kraay of FC Lienden).
Natuurlijk, ik vind het niet sjiek van het presenterende duo. Tegelijk is het de vraag waarom Hansie elke keer toch komt opdraven. Als je weet dat je door het slijk wordt gehaald, waarom ga je er dan heen? Dan heb je toch wel iets anders te doen?
Als ik Hans Kraay jr. was, zou ik elke maandagavond voetbaltrainen geven. Want dat is wat hij goed kan. Beter dan het zijn van televisie-persoonlijkheid.

Bob

Zaterdag stond ik bij Bob Geldof, donderdag sta ik bij de andere Bob – Dylan. Ze hebben beiden dezelfde voornaam, zijn beiden in de muziek werkzaam, hebben beiden politieke opvattingen die ze via de muziek de wereld in stuurden, en traden beiden op bij Live Aid '85.
En juist dat laatste is wat de twee Bobben niet tot vrienden maakt. Of misschien wel juist tot vijanden. Dylan was de afsluiter van het intercontinentale concert Live Aid. Na hem zou alleen nog USA for Africa optreden. Het werd een anti-climax.
Alleen al de opkomst. Dylan werd bijgestaan door de Stones-gitaristen Keith Richards en Ronnie Wood. Alle drie waren ze behoorlijk aangeschoten, en gerepeteerd hadden ze niet. In Clinton Heylin's “20th Anniversary Edition” van Behind The Shades (een vrij complete Dylan-biografie), citeert de auteur Dylan zelf:

They screwed around with us. We didn't even have any monitors out there. When they threw in the grand finale at the last moment they took all the settings off and set the stage up for the thirty people who were standing behind the curtain. We couldn't even hear our own voices, and when you can;t hear, you can't play; you don't have any timing. It's like proceeding on radar. [1985].

Dat waren de omstandigheden. Toch had Dylan een eigenwijze boodschap te vertellen. De filmpjes van die boodschap zijn lastig te vinden. Gelukkig is het wel opgeschreven, onder meer door Howard Sounes in de andere Dylan-biografie Down The Highway.

“'I'd just like to say I hope that some of the money that's raised for the people in Africa, maybe they could just take a little bit of it – maybe one or two million maybe – and us it, say, to pay the... er... pay the mortgages on some of the farms... the farmers here owe to the banks.' There was some cheering from the Philadelphia crowd. But Bob Geldof, watching on television in London, was aghast. Het thought Bob displayed a 'complete lack of understanding of the issues raised by Live Aid'. (…). It was a merciful moment when Lionel Richie came on stage for 'We are the world'. As he came off, Bob passed Arthur Baker. “The first thing he said to me [was]: “Do you think they understood what I was saying?”'”

Geldof zelf schreef over de grootste teleurstelling van de avond, een optreden dat catastrofaal was. De opmerking over het geld voor de Amerikaanse boeren was 'a crass, stupid and nationalistic thing to say... Dylan left the stage and as he walked by his manager, he just looked up and said “Sorry”.'
Het behoeft geen betoog dat Bob Geldof voor de Live 8-concerten van 2005, geen uitnodiging heeft gestuurd naar Bob Dylan.

Toch opmerkelijk dat Dylan en Geldof beiden in Nederland optreden, in dezelfde week. Wel met een groot verschil in het bezoekersaantal. Terwijl Geldof niet het Koornbeurs Theater in Franeker (750 beschikbare kaartjes) vol kreeg, staat Dylan in een volle Ahoy-zaal.

zondag 16 oktober 2011

Bob Geldof in Franeker

Reken maar dat ik een mooie avond heb gehad in Franeker. Bob Geldof stond garant voor een mooie avond. Misschien komt dat ook vanwege mijn plek. Ik stond tegen het podium aan, in het midden – ik stond dus onder Geldof zelf. Na afloop van de setlist, bij het afscheid nemen van het publiek, deelde Geldof handjes uit. En inderdaad, ook ik heb een hand gekregen van Sir Bob.
Een mooie avond, die ik redelijk impulsief heb geregeld. Maar misschien zijn dat ook wel de mooiste avonden.

zaterdag 15 oktober 2011

Ampelmännchen

Eén van de dingen waar ik op gewezen werd voor mijn schoolreis naar Berlijn, waren de zogenaamde Ampelmännchen. Dit zijn de poppetjes op de verkeerslichten in de Duitse hoofdstad. De eerste Ampelmännchen werden in 1969 in Oost-Berlijn geplaatst. De rode en groene mannetjes met hoed waren bedoeld als herkenbare punten voor slechtzienden of bij regen.
“Ampelmännchen” is vrijdag vijftig jaar geworden. The Guardian schrijft dat in 1961 een Oost-Duitse verkeerspsycholoog het mannetje heeft ontworpen. Vijftig jaar Ampelmännchen, ik vind het ontroerend schitterend. Een grappige genialiteit, die precies laat zien waar het voor dient.
Wat mij betreft neemt Melanie Schultz van Haegen dit verkeerspoppetje van de Duitsers over.

Bob Geldof in Franeker

Bob Geldof komt naar Nederland. Iets specifieker: vanavond treedt de Ier op in het Koornbeurs Theater in Franeker. Volgens Omrop Fryslân kunnen zo'n zeshonderd aanwezigen in de zaal – donderdag waren slechts vierhonderd kaarten over de toonbank gegaan.
Waarschijnlijk heeft de matige verkoop ervoor gezorgd, dat Geldof's optredens in De Melkweg (Amsterdam) en de Tamboer in Hoogeveen zijn geschrapt door de tour promotor. Het moet voor Geldof een grote teleurstelling zijn. In een interview met de Leeuwarder Courant, heeft Geldof aangegeven altijd muzikant te zijn gebleven. Dat ondanks zijn werkzaamheden voor hongerend Afrika.
Maar dan moet het bijzonder pijnlijk zijn dat er in Nederland 'slechts' 750 mensen komen naar je optreden – mits De Koornbeurs uitverkocht raakt. Niet een teken van een groots succes. Persoonlijk wist ik ook niet dat Geldof naar Franeker kwam. Wellicht dat de PR-machine wat meer kon draaien?
Ik heb wel een kaartje. Zo'n bij voorbaat al legendarisch concert wil ik niet missen.

vrijdag 14 oktober 2011

Ook voor vrouwen

Gisteravond ben ik naar Nico Dijkshoorn en Leon Verdonschot geweest. Ze traden op in poppodium Hedon in Zwolle. Wat heb ik me vermaakt, en genoten. Vooral die Dijkshoorn, wat een muzikant! Hij zingt en speelt gitaar alsof hij de hele dag niets anders doet.
Ik kan nu een uitgebreide recensie schrijven, maar dat doe ik niet (ik heb dat al gedaan, namelijk). Wat ik één van de mooiste momenten vond, was het verhaal van Verdonschot over John Hiatt. De muzikant was namelijk te gast bij Keith Bakker in een van zijn afkickklinieken. En Verdonschot was daarbij.
Het leverde een emotioneel verhaal op, waarin Hiatt vertelde over zijn verslaving en hoe hij die overwon. Nadat hij een liedje had gespeeld, vroeg een meisje uit de kring of hij ook die zanger was van 'Have a little faith in me'. Nadat Hiatt dit bevestigde, vertelde het meisje dat haar moeder (net als zijzelf ook verslaafd) dat liedje altijd zong als ze dronken aan de keukentafel zong.
Hiatt besloot dat lied ook te spelen voor die groep verslaafde jongeren. Sindsdien was het lied anders geworden. Hiatt moest daarna weer weg, om te soundchecken in Carré voor een optreden. Denvis en The Hank Five speelden 'Have a little faith in me' op een bijzondere manier.

donderdag 13 oktober 2011

Knippen

Mijn aandacht wordt getrokken door een reclamebord bij een kapsalon. Op dat bord staan een aantal 'aanbiedingen' om voorbijgangers over de streep te trekken. Zo staat er onder meer op dat bord dat kinderen 5 euro zijn.
In het voorbijgaan zie ik ook nog de kleine letters van het bord. Bij die kinderen staat 'Knippen tot en met tien jaar'. Een bijzondere omschrijving. Wat zijn precies 'Knippen tot en met tien jaar'? Zijn dat die zwarte ijzeren staafjes die in het haar zitten, waarmee in tv-series deursloten worden geopend? Of zijn het juist die ovale haarknipjes?
Of is die omschrijving een tijdsaanduiding? Dat kinderen tot en met tien jaar na de eerste knipbeurt bij die zaak geknipt mogen worden?
Wat gebeurt er met kinderen die er al sinds jaar en dag komen, maar elf jaar zijn? Vallen die onder de volwassen-regeling?
Lekker vaag allemaal. En dan te bedenken dat sommige mensen daar nog intrappen.

Dijkshoorn & Verdonschot

Vanavond is het dan zover. Ik ga naar 'Ook voor vrouwen', de theatershow van Nico Dijkshoorn en Leon Verdonschot. Twee schrijvers, twee muzikanten – en improvisatie, zo lijkt het me in de voorbereiding naar voren komen.
Ik verheug me er op. Ik ben erg benieuwd hoe literatuur live gemaakt wordt, zoals Dijkshoorn dat ook doet bij DWDD. Zoiets, maar dan meer.
Uiteraard volgt morgen een recensie.

woensdag 12 oktober 2011

Herberg de Troost – Verder naar vroeger

De buitendeur staat open
daar waar ik ben opgegroeid
vroeger is hier afgedropen
de blauwe regen uitgebloeid

daar was ooit het grote buiten
herten, eenden, goudfazant
daar klom ik toen uit de kluiten
bovenop het glooiend zand

Daydream believer
and a homecoming Queen
oeit wear ik schriever
dan bin ik noeit mier allien
dan bin ik noeit mier allien

hier werd veel te hard gereden
op deze kruising, altijd raak
geluiden uit een ver verleden
gierend remmen, dof gekraak

een bladerdak op diepe kuilen
ingang van onze geheime hut
om bij onraad in te schuilen
tegen vijanden beschut

Daydream believer
and a homecoming Queen
oeit wear ik schriever
dan bin ik noeit mier allien
dan bin ik noeit mier allien

daar zaten wij, zonder zorgen
in de verte moeders stem
en we spraken af voor morgen
chocomel, boterham met jam

Daydream believer
and a homecoming Queen
oeit wear ik schriever
dan bin ik noeit mier allien
dan bin ik noeit mier allien

© Jack Poels, Herberg de Troost, 2009

Dylan, Bindervoet en Henkes

In mijn boekenkast staan twee kloeke delen Dylan-teksten. Iets specifieker, het gaat om vertalingen van Dylan-teksten door het duo Bindervoet en Henkes. Op zich een prijzenswaardige opdracht, om zo'n vijfhonderd liedjes over te zetten in het Nederlands. Vooral als de Nederlandse tekst meezingbaar moet zijn, zoals de officieuze opdracht luidde.
Daar zit hem ook de kneep, in die meezingbaarheid. Hoe vaak ik de vertalingen er bij pak voor een tekst of interpretatie, dan struikel ik over het kunnen meezingen. In het Nederlands zijn de zinnen langer dan de originele zin, liggen klemtonen net ergens anders in een woord of zin.
Ik moet elke keer constateren dat Bindervoet en Henkes gefaald hebben in hun opdracht.

dinsdag 11 oktober 2011

Gerd Leers

Onze minister voor Immigratie en Asiel, Gerd Leers, is bij gedoogpartner Wilders op de koffie geweest. Leers werd gestuurd door premier Rutte, omdat er een misverstand was ontstaan na Leers' interview voor het wetenschappelijk blad van het CDA.
Volgens Leers zijn migranten een verrijking voor de samenleving. Wilders twitterde (zijn persconferenties bestaan uit 140 tekens) dat de 'buitenlanders-minister' CDA-onzin uitsloeg. Wat mij betreft is het weer een storm in een glas water.
Zodra Geert Wilders het woord 'migranten' of een synoniem daarvan hoort, begint hij te smijten met zijn koffiekopje. Wanneer een christendemocratische minister voor eigen parochie een christelijke waarde uitlegt op een economische wijze, gaat de geblondeerde Limburger op zijn achterste poten staan.
Het is toch te zot voor woorden dat een gedoogpartner het land op deze manier in de tang houdt? Rechtvaardigheid is een mooi joods-christelijk woord, maar barmhartigheid is minstens net zo essentieel in die joods-christelijke traditie.
Kom op Gerd Leers. Jij bent de minister voor Immigratie en Asiel!

maandag 10 oktober 2011

Carola Schouten

Nu ik nog geen werk heb, heb ik de tijd om het land door te reizen. Vanmorgen om negen uur zat ik al in de trein naar Den Haag. Vanmiddag had ik een interview met Carola Schouten. Zij is Kamerlid namens de ChristenUnie, en ik had een vraaggesprek over de financiële en economische crisis.
Ik ga niet vertellen wat er allemaal gezegd is, want dat is te lezen in het december-nummer van de Perspex. Maar wel dit, dat het best een eind met de trein is. Gelukkig kun je rustig blijven zitten en is de rit voor je gevoel immer geradeaus. En ik heb er tijd voor.

zondag 9 oktober 2011

David Van Reybrouck – Pleidooi voor populisme

Die diplomademocratie is namelijk zelf een symptoom van een veel grondiger probleem: de groeiende kloof tussen hoog- en laagopgeleiden in de samenleving. En dat probleem kan je niet verhelpen met enkele correcties aan het nationaal parlement. Die kloof uit zich immers in tal van zeer lokale contexten. Natuurlijk vloekt de werkloze André al op 'de politiek' in Brussel of Den Haag,m aar zijn achterstelling ervaart hij veel dichter bij huis: tijdens de ouderavond op de school van zijn zoontje, aan het loket van het station of gemeentehuis, aan de telefoon met die ondoorgrondelijke helpdesk van Belgacom of KPN, ja zelfs bij zijn eigen voordeur als daar de gerechtsdeurwaarder staat.

Tussen het laaggeschoolde electoraat en het populistische partijprogramma gaapt dikwijls een kloof. Er zullen in de afgelopen twintig jaar heel veel mensen op het Vlaams Belang gestemd hebben die daadwerkelijk niet racistisch dachten, maar zich wel konden scharen achter een deel van het programma. Toch bleef de partij onverminderd xenofoob. En veel Blok-stemmers hielden van het koningshuis, terwijl de partij dat zo snel mogelijk wilde afschaffen.
Geert Wilders gaat een forse stap verder: zijn Partij voor de Vrijheid heeft al helemaal geen leden meer! Dat is wel zo handig. Die hoef je dan ook niet te raadplegen. En Rita Verdonk doet er nog een schep bovenop: haar Trots op Nederland is niet eens een partij, enkel een beweging. Ze beloofde weliswaar inspraak van de burgers, maar toen die suggesties mochten doen via het internet, moest ze de site binnen mum van tijd sluiten. Nu mogen ze enkel nog peilingen invullen en prioriteiten aanklikken. Nee, dat soort populisme zal het democratisch deficit van de diplomademocratie niet herstellen.

Daarnaast is er een verlicht populisme mogelijk, een populisme dat verder gaat dan een politiek van brallerige boutades en simplistische antwoorden, van mogen schelden en kwetsen in naam van de vrijheid van meningsuiting; een populisme dat niet schreeuwt maar spreekt; een populisme dat de noden van laaggeschoolden niet miskent, maar weigert oneliners als oplossingen te zien; een populisme dat hoogopgeleiden niet minacht, maar hen uitnodigt tot empathie met de rest van de samenleving; een populisme dat de nieuwe maatschappelijke breuklijn tussen hoog- en laagopgeleiden ernstig neemt; een populisme dat niet op de onderbuik speelt, maar de onderkant van de samenleving als deel van de democratie blijft beschouwen; een populisme dat het ideaal van wereldburgerschap niet onverzoenbaar acht met het verlangen naar een sense of belonging; een populisme dat een ontworteld kosmopolitisme even problematisch vindt als een geborneerd nationalisme; een populisme dat migratie niet alleen bekijkt vanuit het oogpunt van nieuwkomers, maar ook van reeds gevestigden; een populisme dat beseft dat allochtonen en autochtonen beiden slecht geïntegreerd kunnen zijn in de samenleving; een populisme dat zich bekommert om het maatschappelijke weefsel, om gelijke kansen en sociale gerechtigheid; een populisme dat zowel genereus is als moedig, zowel mild als ferm.

Wel weten we dat beursschommelingen meer gebaat zijn met koelbloedigheid dan met hysterie. We hebben het dus zelf ook enigszins in de hand. Ook weten we dat de dreiging van het negentiende-eeuwse socialisme verminderde zodra de samenleving zich het arbeidersvraagstuk aantrok. Zo vond de Kerk het lot van het werkvolk te belangrijk om het aan het revolutionair socialisme over te laten: Rerum novarum vormde het startschot voor de christendemocratie. Misschien moeten we vandaag de dag ook maar eens besluiten dat het lot van de laaggeschoolde te belangrijk is om aan het duister populisme over te laten. In een kennismaatschappij als de onze kunnen we ons dus maar beter gaan bekommeren om de laaggeschoolde, zowel allochtoon als autochtoon.

Uit: David Van Reybrouck – Pleidooi voor populisme, derde druk Bezige Bij, 2011

zaterdag 8 oktober 2011

Ongezellig

Het is wat ongezellig, maar een groot gedeelte van mijn moeders verjaardag ben ik er niet bij. Ik ben namelijk een groot gedeelte van de dag in Amersfoort. Namens het Beerze Bestuur ben ik, samen met Matthijs, afgevaardigd naar de landelijke Projectraad van E&R. Een middag babbelen over E&R, evaluatie en terugkijken.
Of het zinvol is, laat ik graag aan anderen over om te beoordelen. Ik denk het wel, en ik ga er daarom ook positief heen. Wel mis ik dan de taart, maar ik hoop dat er bij thuiskomst nog een puntje van over is gebleven.

vrijdag 7 oktober 2011

Grote Verzoendag

De zon zakt – voor zover die vandaag zichtbaar is geweest. Voor ons westerlingen duurt het nog een aantal uur, maar voor orthodoxe joden begint met de zonsondergang de zaterdag. Een dag van verplichte rust, daar moet je toch van genieten?
Deze zaterdag (deze sabbat) wordt opgeluisterd door een bijzonder feest: Jom Kippoer, Grote Verzoendag. De wet van Mozes leerde dat de hogepriester op die ene dag in het jaar, tussen God en de mensen verzoening moest brengen. Dat ging gepaard met het wegsturen van de zondebok – het dier waarop de zonden van het volk Israël werden gelegd.
Een mooie symbolische dag. Wellicht dat christenen ook deze symbolische dag kunnen overnemen – net als Pesach en Pinksteren.

Laaggeletterdheid

De VVD in de Haagse gemeenteraad heeft het voor elkaar gekregen. Unaniem stemde de raad in met het VVD-voorstel. Nieuwssite Nu.nl meldt: 'De gemeente gaat beter samenwerken met bedrijven en onderwijsinstellingen om laaggeletterden op te sporen en hun taalprobleem aan te pakken.'
Het is eigenlijk apart dat zo'n voorstel er moet komen – ondanks dat ik het er van harte mee eens ben. Nederland wil investeren in een kenniseconomie, maar blijkbaar kan niet iedereen meekomen. Terwijl juist het lezen een belangrijk onderdeel is om te 'overleven' in deze wereld.
Investeren in (basis)onderwijs, wat mij betreft wordt dat VVD-voorstel landelijk ingevoerd.

donderdag 6 oktober 2011

Dylan en de Nobelprijs

“Andere kanshebbers waren onder meer (…) de Amerikaanse zanger Bob Dylan.”
Dat zei nieuwslezer Jeroen Overbeek vanmiddag, kort nadat het Nobelprijs-comité de Literatuur-prijs had toegekend aan de Zweedse dichter Tomas Transtörmer. Dylan krijgt dus opnieuw niét deze prestigieuze prijs.
Had Bob Dylan deze prijs wel verdiend? Laten we in de tegenwoordige tijd spreken, Dylan leeft immers nog. Verdient Dylan deze prijs wel? Ik herinner me een lezing van Oor-journalist Bert van de Kamp (die auteur van ABCDylan). Een jaar of drie geleden betoogde hij waarom Dylan de prijs wel of niet zou moeten krijgen.
Het was een zwak verhaal, met argumenten die er nauwelijks toe doen. De pro's: Dylan's nieuwe achternaam had hij geleend van de Welshe dichter Dylan Thomas, Bob had zonder meer Jack Karouac's On The Road gelezen (vanwege de term 'Subterranean'). En de beat-dichter Allen Ginsberg was groot fan van Dylan.
Een tegenwerping was volgens Van de Kamp dat Dylan regelmatig teksten zonder bronvermelding overnam van andere artiesten of uit ander literair werk. Dylan zou dus niet origineel zijn.
Hier bleef het echter bij, Van de Kamp had niet een originele invalshoek of een opvallende gedachte. Dat viel me tegen, en dat is een goede reden om zelf na te gaan denken over de toekenning van de Nobelprijs voor de Literatuur aan Bob Dylan.

Ik noem een aantal buiten-Dylan-dingen ter inleiding. Al in 1970 ontving Dylan een eredoctoraat voor zijn teksten – hij was toen ongeveer een decennium actief als tekstschrijver en muzikant. In 2008 ontving Dylan de Pulitzer Prize voor zijn bijdrage aan de Amerikaanse cultuur – een prijs die hij overigens liet ophalen door zijn zoon, de regisseur Jesse Dylan.
Daarbij heeft Dylan regelmatig laten weten dat het bij hem om zijn teksten en liedjes gaat. “I am my songs”, is zo'n uitspraak van hem. Of neem deze: “I'm a poet, and I know it – Yippee!”
Goed, dat waren de randzaken, nu de inhoud. Want Dylan heeft een behoorlijke inhoud al nagelaten, hoewel hij nog steeds actief is. Een aantal van zijn teksten kenmerkt zich door spreukachtige teksten. Zoals bijvoorbeeld “Ain't talkin'”, waarbij die spreuken ook nog een religieuze zo niet Bijbelse beelden bevatten.
Veel van wat Dylan zegt (of zingt) in zijn teksten, staat symbool voor iets groters. Zijn teksten zijn als telefoonnummers: met een telefoonnummer maak je contact met de andere kant van de lijn, waar mensen wonen, waar relaties onderling zijn, waar je zelf een relatie hebt. De andere kant van de lijn is niet alleen een technische verhandeling, die andere kant is meer dan een toevallig telefoonnummer of een persoon.
Bob Dylan verdient daarom zonder meer de Nobelprijs voor de Literatuur. Ik hoop dat die Zweedse commissie volgend jaar dan eindelijk dat beeldje aan de Amerikaan wil geven.

Opnieuw: Verontwaardiging

Gisteren schreef ik een stuk over mijn verontwaardiging over het uitdijende heelal. Het is een stukje verontwaardiging, dat zonder meer, en ik werd er min of meer voor geïnspireerd door Stéphane Hessel.
Deze Jood is een Duits-Franse diplomaat op leeftijd (93 jaar). In de oorlog zat hij in het Franse verzet. Na de oorlog was hij nauw betrokken bij het opstellen van de Universele Rechten van de Mens. Zijn belangrijkste drijfveer was de verontwaardiging. Verontwaardiging tegen het fascisme, tegen oorlog, etc.
Nu roept Hessel de jongeren op om hetzelfde te doen als hij, ruim een halve eeuw geleden. Jongeren moet opstaan tegen de dictatuur van het geld, de immigranten en integratie. Jongeren moeten zelf verontwaardigd zijn. Dat is het begin van het morele verzet.
Dat is waar het om gaat in Hessels pamflet 'Neem het niet!' De huidige situatie waarin we verkeren, moeten we niet nemen. We moeten er juist verontwaardigd over zijn. Een interessante gedachte van de bejaarde sociaaldemocraat. 'Fenomenaal', staat op de cover, een citaat van NRC Handelsblad. Dat kan zo zijn, maar het pamflet zal echter in de boekenkast blijven staan.

woensdag 5 oktober 2011

Verontwaardiging

Dit jaar volg ik de bekendmaking van de winnaars van de Nobelprijzen op de voet. Enerzijds omdat ik er de tijd voor heb en het ook leuk vind, anderzijds omdat Bob Dylan genoemd wordt als winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur. Het nuttige met het aangename verenigen.
Maar ik verbaas me er over, met name de prijzen voor de Natuurkunde etc. Afgelopen dinsdag was professor Vincent Icke te gast bij De Wereld Draait Door. Hij babbelde aardig over de winnaars van de Natuurkunde-prijs. Die is toegekend aan een drietal, die zich bezighoudt met het 'uitdijende heelal'.
Bijster interessant, hoewel ik als 'schoenenlapper' geen snars begrijp van deze materie – materie in de zin van het onderwerp, niet het materiaal. Het verhaal gaat mijn verstand te boven.
Maar ik vraag me er een aantal dingen bij af. Wat moeten we met deze informatie over het heelal? Zoekt de mensheid bewijzen voor de oerknal, en wat moeten we met die bewezen theorie? Welk medicijn is met het uitdijende heelal gevonden, waarmee we mensen kunnen genezen van kanker? Hoeveel meter vruchtbare en bewerkbare grond in Afrika hebben we met deze informatie klaargekregen? Welke oorlogen hebben we afgerond met de feiten van het uitdijende heelal? Kortom: wat hebben we hieraan?

Bob Dylan en de Literatuur-Nobelprijs

Morgenmiddag is het zover, dan weet de wereld wie de Nobelprijs voor de Literatuur krijgt. Her en der worden al weddenschappen afgesloten. Iedereen wil van te voren inschatten wie die prestigieuze prijs mee naar huis mag nemen.
Sinds jaar en dag wordt ook Bob Dylan genoemd als één van de kanshebbers. Zijn teksten hebben een hoog literair gehalte. Deze stelling wordt ondersteunt door het eredoctoraat dat Dylan in 2004 kreeg van de Princeton Universaty. En door de Pulitzer Prize, die hij in 2008 ontving.
Dit jaar lijken Dylan's kansen te zijn toegenomen. Morgen begint Dylan aan zijn Europese najaarstour van 2011. Begin november is hij in Scandinavië, mooi in de buurt om de prijs op te halen.
Tegelijk zijn er mensen die zeggen dat het bij Dylan ook (en misschien vooral) om de muziek gaat. En moet je dan een muzikant een literatuurprijs geven? Ik denk dat alle literatuurprijs-weggevers dat punt al voorbij zijn – waarom zou Dylan dan een eredoctoraat en de Pulitzer krijgen?
Wat ik er zelf van vindt? Ik zou het leuk vinden voor Dylan als hij de prijs zou krijgen. Maar de toekenning verandert natuurlijk niets aan Dylan en zijn teksten/muziek. Als Dylan het beeldje niet hoeft op te halen, is hij niet minder dichterlijk.
Of Dylan de prijs verdient? Er zijn geen argumenten om de prijs niét aan hem toe te kennen. Maar ik laat dit graag bij het Zweedse comité. Gelukkig zijn er nog de geheimen van de organisaties.

dinsdag 4 oktober 2011

Verhagen en de PVV

Vorig jaar presenteerde de officieuze partijleider Maxime Verhagen het regeer- en gedoogakkoord aan zijn achterban. Hij was trots op zijn inhoudelijke doel wat hij had bereikt. De onderliggende en onderbelichte kant van het akkoord, was dat het CDA en de VVD aan Nederland wilden laten zien hoe de PVV grote woorden gebruikt, maar dat die partij nauwelijks tot echt regeren komt. Uiteraard namen de twee coalitiepartijen wel hun verantwoordelijkheid in het gat dat de PVV zou laten liggen.
De PVV is geen echte bestuurderspartij en gaat ten onder aan zijn eigen succes. Dat is de reden dat VVD en CDA met de PVV in zee zijn gegaan – onder het mom van wederzijdse verantwoordelijkheden, uiteraard.
Een jaar later hebben VVD en CDA gelijk gekregen. Het bewijs is geleverd dat de PVV grote woorden gebruikt, maar eigenlijk weinig voor elkaar krijgt. Maar tegelijk houden PVV en VVD/CDA elkaar in een houdgreep. Ze durven elkaar niet los te laten. VVD/CDA zijn voor een boel (buitenlandse) zaken afhankelijk van de oppositie – de PVV kan weinig echt voor elkaar krijgen.
Maar waarom gaat het kabinet niet een samenwerking aan met bijvoorbeeld de PvdA? Of een gedoogconstructie met de oppositie-coalitie?
De politiek, een slangenkuil.

maandag 3 oktober 2011

Nobelprijzen

Het eerst berichtje vandaag over de Nobelprijs dat ik vandaag las, ging over Bob Dylan. Hij wordt genoemd als kanshebber voor de Literatuur-prijs. Of hij het beeldje ook mag ophalen, wordt donderdag bekend gemaakt. Diezelfde dag begint hij zijn Europese najaarstour, waarbij hij ook Zweden aandoet.
Overigens is het maar de vraag of Dylan zelf afreist naar Malmö voor de prestigieuze prijs. De Pulitzer Prize, die hij drie jaar geleden kreeg, liet hij ophalen door zijn oudste zoon, regisseur Jesse Dylan. En bij de uitreiking van het eredoctoraat, zeven jaar geleden, keek hij 'ongeïnteresseerd', meldden de media toentertijd.
Afijn. Het meest opvallende bericht is van een heel andere orde. Vandaag werd de Nobelprijs voor de Geneeskunde bekend gemaakt. Die is onder meer toegewezen aan een Canadees, Ralph Steinman. Maar die blijkt afgelopen vrijdag te zijn overleden, ondanks een behandeling op basis van zijn eigen onderzoek.
Best pijnlijk, zo lijkt me. Want het kan niet anders, of het nominatie-comité houdt de kanshebbers nauwlettend in de gaten. Zo'n fout dat je een overledene de prijs toekent, in de veronderstelling dat deze nog leeft, is meer dan een bedrijfsfoutje. Zoiets kun je je niet permitteren, als 's werelds belangrijkste prijzenuitdeler.

Daniël Lohues en de Edison

Je kunt zeggen dat Daniël Lohues de echte winnaar is van de 'Edison Popprijs 2011'. Zelf won hij het beeldje in de categorie 'kleinkunst/theater'. De Drent stond de afgelopen maanden in het theater met “Hout Moet”, zijn jongste cd. Maar indirect kreeg Lohues ook een Edison.
Rob de Nijs mocht namelijk het bronzen beeldje ophalen als 'beste mannelijke artiest' vanwege zijn cd “Eindelijk vrij”. En deze cd is geproduceerd door Lohues. Natuurlijk is het de vraag in hoeverre De Nijs zijn prijs zal delen met Lohues. Daar gaat het ook niet om – de morele winnaar lijkt me duidelijk.
Overigens, in de categorie 'kleinkunst/theater' liet Lohues Ernst Jansz achter zich. De laatstgenoemde toert momenteel voor het tweede seizoen door het theater met zijn vertaalde Dylan-teksten. Jansz' Doe Maar-collega Henny Vrienten mocht daarentegen wel een award mee naar huis nemen: de musicalaward voor de muziek (Petticoat).
Voor deze prijzen kan traditioneel gestemd worden door het publiek. De genomineerde met de meeste stemmen, gaat met de prijs naar huis. En toch, ik vraag me af in hoeverre de organisaties niet hun eigen stem erdoor drukken.
Waarom is Daniël Lohues beter in het theater dan Ernst Jansz? Waarom mag Henny Vrienten de award mee naar huis nemen voor de beste musicial-muziek, en niet een collega? Gaat het niet om de voorkeuren van de jury, de organisatie

zondag 2 oktober 2011

ChristenUnie Fryslân

Ik sta na afloop van de afsluitende bijeenkomst in de Broederkerk, te genieten in de zon. De Schooldag is ten einde, en ik maak me langzamerhand op voor een barbecue in Dedemsvaart – een reünie van mijn E&R-week.
Op dat moment komt iemand op me af, en lijkt me aan te willen spreken. “Een bekend gezicht uit Heerenveen, als ik me niet vergis,” zegt de man. Ik herken hem, ik heb niet zo lang geleden met hem gepraat. Over politiek, we kennen elkaar via de regionale ChristenUnie-bijeenkomsten.
Hij vraagt me of ik interesse heb om wat binnen de afdeling Fryslân te doen. Om de jongerenafdeling op te zetten. Er zijn wel initiatieven, maar dat hangt voornamelijk samen met enthousiaste studenten. Daar is niets mis mee, maar wat gebeurt er als die studenten weer de provincie verlaten?
Na hierop positief te hebben gereageerd, word ik gevraagd voor een taak in het Friese bestuur. Als contactpersoon met de PerspectieF, de landelijke jongerenorganisatie van de ChristenUnie. Ook hier antwoord ik positief op, waarna ik mijn contactgegevens uitwissel.
Een Schooldag als netwerkmogelijkheid, eigenlijk heel logisch. Ik had nog lang de zomer in de bol.

zaterdag 1 oktober 2011

Schooldag

Vrijdag was ik in Kampen voor de Schooldag van de TU. Een zonovergoten dag, dat wel, maar de sfeer van 'vroeger' was verdwenen. In vroeger tijden liep ik aan de hand van mijn vader door de Broederstraat richting de Broederweg. We konden onze kont niet keren – de straten van Kampen waren overvol, en om de haverklap werden we aangehouden.
“We” is eigenlijk een te groot woord. Met name mijn vader werd aangesproken door (oude) vrienden, bekenden, kennissen, oud-collega's, en meer netwerkers. Als kind vond ik die momenten bijzonder vervelend. We kwamen nooit ergens, en de gesprekken duurden altijd te lang.
Later kantelde die straatgesprekken. Niet meer mijn vader, maar ik werd regelmatig staande gehouden voor een kort gesprek. Mijn vader begreep meer en meer hoe zo'n Schooldag voor mij als kind geweest moet zijn. Voor hem ging het plezier er meer en meer af.
Mijn vaders afwezigheid zal niet voor het teruglopende aantal bezoekers hebben gezorgd. Jammer vind ik het wel, dat er steeds minder mensen zijn. Aan de andere kant biedt dat misschien ook weer kansen. Gelukkig genoeg tijd om daar over na te denken.